Oogaandoeningen reptiel

puur ter educatie
Medische artikelen
Forumregels
ReptiWiki

Informatie

Oogaandoeningen reptiel

Berichtdoor MarcoG » 06 dec 2010 12:38

Let op; Deze caresheets zijn puur ter informatie. Stel nooit zelf een diagnose of geef je huisdier medicatie zonder hiervoor te hebben overlegd met een dierenarts!

Oogproblemen bij Reptielen

Oogproblemen bij reptielen komen regelmatig voor. Omdat deze oogproblemen vaak dezelfde oorzaak als oogproblemen bij zoogdieren. Voor een diagnose en voor de behandeling kan vaak in grote lijnen hetzelfde protocol als bij "normale" gezelschapsdieren. Hierbij moet er wel rekening gehouden worden met anatomische verschillen.

Anatomie
De zenuwen die vanuit de hersenen naar de ogen toe lopen zijn identiek aan die van zoogdieren. De nervus opticus (oogzenuw) is betrokken bij het zicht. Het zicht van de reptiel kan gecontroleerd worden door het dier in rust te observeren of verschillende testjes. Denk hierbij aan een obstakelproef, het laten volgen van een watje of een dreigreflex.
De n. oculomotorius (gemeenschappelijke oogspierzenuw) innerveert verschillende oogspieren en de iris, en zorgt dus voor de beweging van de oogbol. Bij slecht functioneren van deze zenuw kunnen mydriasis (oogpupil-verwijding) en strabismus (scheelzien) optreden.
De n. facialis zorgt voor het sluiten van de oogleden.
Weetje:
Kameleons kunnen om hun prooien te detecteren hun ogen heel goed draaien; wel 180° in het horizontale vlak en 80° in het verticale vlak. Dit onafhankelijk van elkaar

De normale intraoculaire druk (de druk in de oogbol) bij reptielen is overigs laag, en ligt rond de 6 mmHg.

Het belangrijkste verschil tussen een zoogdieren- en een reptielenoog is dat de iris van een reptielenoog dwarsgestreepte respectievelijk gladde spiercellen bevat. Atropine in het oog druppelen om b.v. mydriasis te induceren bij een reptiel heeft hierdoor geen zin.
Ook het pupilreflex is hierdoor onbetrouwbaar, een reptiel kan namelijk de pupil wilsafhankelijk verkleinen of vergroten. Net als veel zoogdieren hebben de meeste reptielen een membrana nictitans (derde ooglid) en oogleden. Bij slangen, verschillende hagedissen(waaronder sommige gekko’s skinks en wormhagedissen) zijn de oogleden echter versmolten tot 1 geheel. Dit geheel vormt een doorzichtige oogkapje en wordt spectaculum genoemd. De spectaculum bedekt en beschermt de cornea. Het spectaculum is voor de meeste oogdruppels ondoordringbaar, wat genezing van een oogaandoening bemoeilijkt. Bij de ecdysis (vervelling) van het dier wordt ook het spectaculum vervangen.

Zicht
Slangen kunnen slechts een beperkt kleurenspectrum waarnemen, maar dankzij specialisatie van de n. trigeminus (vijfde hersenzenuw) kunnen ze wel infrarood zien.
Hagedissen kunnen juist wel een heel breed kleurenspectrum waarnemen, waaronder zelfs ultraviolet. Bij kameleons is de cornea van groot belang voor breking en accommoderen, de lens speelt hierbij een kleinere rol. Hierdoor is een snellere detectie van een prooi mogelijk. Daarnaast is de ongeaccommodeerde lens negatief, waardoor deze dienst doet als vergrootglas.
Krokodillen hebben een verticale spleetvormige pupil en een hele dunne cornea. Krokodillen zien de wereld in grijstinten.
Naast de “normale” paar ogen hebben reptielen nog een zogenaamd derde oog. Dit epifyse (of ‘median eye’) is net als de normale ogen een embrtogene uitgroei van de tussenhersenen.
Het bevindt zich onder een delletje op de mediaanlijn van het schedeldak. Onder dit delletje zitten achtereenvolgens een lens, oogvocht, een dun laagje gepigmenteerd epitheel en primitieve fotoreceptoren. Deze receptoren nemen de lichtintensiteit waar en spelen een belangrijke rol in het dagnachtritme.
Hier wordt in de praktijk veel gebruik van gemaakt, al dan niet onbewust, door het derde oog af te dekken. Hierdoor wordt het dier rustiger, omdat het denkt dat het donker is/wordt.

Enkele oogproblemen
Als een reptiel last heeft van zijn ogen vertoont deze meestal enophthalmus (een teruggetrokken oogbol). Bij bepaalde processen achter de oogbal, bij bepaalde oogaandoeningen en bij zwelling van de conjunctiva kan er echter een ander probleem ontstaan; exophthalmus (uitpuilende ogen). Verder tonen zieke reptielen vaak meer secundaire ziekteverschijnselen zoals anorexie en dehydratie.

Orbita
Veel reptielsoorten hebben last van metabole botziekten waarbij het calciummetabolisme verstoord is. Als de beenderen die rond de orbita (oogkas) zitten aangetast worden, kan door zwelling het oog uitzakken. Een agressieve vorm van osteomyelitis* wordt in sommige gevallen bij kameleons gezien. Therapie voor deze aandoening bestaat uit het chirurgisch schoonmaken van het aangetaste weefsel en een kuur met antibiotica. De prognose is helaas slecht.

Traanapparaat
De ductus nasolacrimalis* kan verstopt raken door ontstekingsprocessen of littekens vanuit het monddak. Bij slangen en gekko’s hoopt zich dan traanvocht op tussen de cornea en het spectaculum. In begin is het traanvocht nog helder, maar bacteriën en protozoa kunnen in dit traanvocht leven. Hierdoor kan een secundaire infectie ontstaan. Er zijn gevallen bekend waar genezing spontaan optrad, maar meestal raakt het gehele oog ontstoken. Mocht er overtollig traanvocht ontdekt worden tussen de cornea en het spectaculum, wordt het aangeraden om dit te laten verwijderen om infecties te voorkomen. Dit gebeurt door ventraal in het spectaculum een snede te maken en hier antibiotica aan te brengen. Mocht het probleem terug komen kan overwogen worden om een nieuwe afvoergang te creëren naar de mond.

Waterschildpadden hebben geen ductus nasolacrimalis .Bij schildpadden komt regelmatige vitamine A te kort voor, door slechte voeding of huisvesting. Het plaveiselepitheel van de orbitale klieren en van de afvoergangen vertoont dan metaplasie (weefselvormverandering). Dit heeft als gevolg dat de klieren vergroten en de afvoergangen vernauwen of verstoppen. De oogleden worden dik en kunnen gaan ontsteken. Ook is er kans op een secundaire bacteriële infectie.
Er kan uiteindelijk keratoconjunctivitis sicca ontstaan, een ernstige oogaandoening. Ook kan het uitzaaien, wat leidt tot metaplaseren van weefsel in de nieren, pancreas, maag-darmkanaal en de luchtwegen. Hierdoor ontstaan een algehele ziekte. Belangrijk is dat voeding en huisvesting direct veranderd en verbeteerd word. En ondersteunende behandeling kan eventueel ingesteld worden. Let op dat het toedienen van vitamine A aan waterschildpadden goede resultaten kan geven, maar dat het bij landschildpadden gecontraïndiceerd kan werken!

Oogleden
Blepharitis is een ontsteking van de ooglidranden die regelmatig voorkomt bij reptielen. Vaak ligt de oorzaak bij een bacteriële infectie of bij een schimmelinfectie. Het begint met een zwelling van de oogleden en de conjunctiva, waarna de oogbol vaak zelf ook ontstoken raakt. Hierdoor kan de oogbol verloren gaan. De ontsteking is hardnekkig en is vaak lastig onder controle te krijgen. Therapie bestaat uit langdurig topicaal en systemisch toedienen van antibiotica. Het beste is om een antibiogram (gevoeligheidsbepaling) te nemen om te kijken welke antibiotica het beste werkt. De besmette dieren kunnen sloom worden en anorexie krijgen, wat uiteindelijk kan leiden tot sterfte.
Abcessen bij de oogkas komen met name voor bij kameleons. Dit kan komen door een te kort aan vitamine A . Zwelling kan ook het gevolg zijn van slechte ventilatie en luchtvochtigheid, corpora aliena (lichaamsvreemd voorwerp), of planten met oxalaten. Ook kunnen er wonden optreden door trauma, bijvoorbeeld door vechten. Voor een goede genezing moet de wond schoongemaakt worden en moet er topicaal povidoonjood toegediend worden. Grotere wonden moeten chirurgisch hersteld worden.
Het bindweefsel van de oogleden kan ook goedaardig of kwaadaardig muteren, bij schildpadden en hagedissen zijn er aanwijzingen voor een virale oorsprong. Deze neoplasiën moeten chirurgisch zo goed mogelijk verwijderd worden.

Conjunctiva
Een veel voorkomend probleem met de conjunctivae* wordt gevormd door corpus aliena, zoals zand of stro. Dit kan aanleiding geven tot conjunctivitis, maar ook hyperplasie* van de conjunctiva. Bacteriële conjunctivitis geeft bij reptielen zelden etterige ooguitvloeiing. Blepharospasme (dichtknijpen van het oog) is het belangrijkste verschijnsel bij problemen met de conjunctiva en vaak de eerste klacht die een eigenaar opmerkt.
Wanneer een vervelling bij een reptiel niet goed gaat, kunnen er problemen ontstaan bij het vervellen van de spectaculum. De integriteit van de beschermingslaag over de cornea gaat verloren. Dit kan als gevolg hebben dat een groot deel van de spectaculum verdwijnt, wat kan leiden tot conjunctivitis en keratitis (hoornvliesontsteking). Deze problemen zijn makkelijk te voorkomen door de perfecte omstandigheden te creëren voor een vervelling; een goede luchtvochtigheidsgraad, goede voeding en het tegengaan van ectoparasieten.
Ook bacteriële en schimmelinfecties van het spectaculum kunnen een ontsteking geven. Aanvoer van pathogenen vindt plaats door trauma vanuit de ductus nasolacrimalis of via het bloed. Abcessen in de ruimte tussen de spectaculum en de cornea moeten voorzichtig gespoeld worden.

Oogbol
De meest voorkomende aangeboren afwijking aan het reptielenoog is microphthalmus (te kleine ogen). Dit kan komen door gevolg van omgevingsfactoren zoals een te hoge uitbroedtemperatuur. Mogelijk speelt inteelt een rol bij aangeboren afwijkingen. Ook kunnen reptielen cyclopie* en anophthalmus krijgen, vaak in combinatie met afwijkingen aan het skelet.

Cornea en sclera
Net las zoogdieren kunnen cornea-ulceratiers ontstaan na trauma, zoals vechten of huisvesting. Ook een corpus alienum kan trauma veroorzaken. De therapie bestaat uit een topicale antibiotica. Eventueel moet de cornea overhecht worden. In ernstige gevallen kan bij schildpadden en hagedissen het membrana nictitans overhecht worden. Bij diepe laesies, die slecht reageren op de therapie of waarbij het vitreum* betrokken is, is het vaak nodig om het oog operatief te verwijderen.
Bij landschildpadden komt besmettelijke keratitis voor. De cornea kleurt dan wit en aangetaste delen moeten zoveel mogelijk chirurgisch verwijderd worden. Vervolgens wordt topicaal antibiotica toegediend. Met ouderdom kunnen schildpadden ook last krijgen van cholesterolkristallen die de cornea infiltreren.

Uvea
Uveïtis* als gevolg van trauma, infecties of neoplasie komt zelden voor bij reptielen. Het kan behandeld worden met topicale en systemische antibiotica en ontstekingsremmers. Hypopyon* en hyphema* komen voor bij schildpadden die zijn blootgesteld aan vrieskou.

Lens en vitreum
Cataract wordt gezien bij oudere zoogdieren, maar ook bij oudere reptielen. Dit ontstaat door een onbekende oorzaak, alhoewel de leeftijd er zeker een rol inspeelt. Waterschildpadden hebben een extreem zachte, haast vloeibare lens. Bij lage temperaturen kan deze lens makkelijk beschadigden, al dan niet reversibel.

Bronnenlijst
- Reptile Medicine and Surgery; Mader, D.M. (2005)
- The Neurologic examination and neurodiagnostic thechniques for reptiles; Mariani, C.L. (2007)
- Ocular biology and diseases of Old World chameleons; Coke, R.L. & Couillard N.K. (2002)
- http://www.vin.com/proceedings/Proceedi ... 2&PID=2569
- Archaeopteryx Veterínaís (2010)
- The lonely eye; Schwab, I.R. & OÇonnor, G.R. (2005)
MarcoG
 
Waardering: 0
Heeft bedankt: 0
ID: 1336
Berichten: 8062
Geregistreerd: 10 jun 2009 07:29
Land: Nederland

Keer terug naar Medisch

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers. en 2 gasten



Slangenforum